Joost is een eigenaardige jongeman, hij verwisselt maar één keer in het halfjaar zijn beddengoed. Dit komt niet doordat hij een vies zwijn is, maar omdat hij nooit in zijn eigen bed slaapt. Joost leeft echt naar het principe: “Tu casa es mi casa”. Joost was altijd een huismus die zijn pappie en mammie miste, maar nu hij in Maastricht woont is dit volledig anders. Joost vindt zijn nachtrust bij een Luciferiaan of jongedame op de bank, op een zitzak of een knusse elektriciteitskast. Zijn eigen bed wordt minder gebruikt dan de meeste schoonmaakmiddelen in menig studentenhuis.
De standaard Luciferiaan wordt na een avond zuipen wakker met flinke hoofdpijn en, als het een beetje mee zit, wat vrouwelijk schoon in zijn bed. Joost daarentegen wordt wakker beschonken en met de brandende vraag: “Waar ben ik nu weer beland?”
